Colombo

Voor de tweede maal naar Azië.
De eerste keer was een trip naar Istanbul waar ik met een bootje de Bosporus overstak om zodoende mijn eerste voetstappen in Azië te planten.
Dit is natuurlijk niet de manier om Azië te ontdekken, vandaar, een groepsrondreis bij FOX-vakanties, door Sri Lanka geboekt om op die manier het continent Azië wat beter te leren kennen.

De vlucht ging vanaf Amsterdam met Martinair naar Colombo, de hoofdstad van Sri Lanka.
Ondanks mijn upgrade naar comfort class blijft het toch altijd weer een beetje behelpen bij Martinair.

Aangekomen op Colombo, werden wij opgewacht door Harry (Hans) en Arie (Kari) van FOX-vakanties.
Een klein half uurtje rijden met de bus naar, ons eerste hotel, in Negombo.
Omdat het inmiddels al tegen 5 uur in de ochtend was, snel een biertje gedronken en hup naar bed om weer vroeg op te staan om dit schitterende land te verkennen.
Het vissersdorp Negombo ligt op 37 km ten noorden van de hoofdstad Colombo, op 20 minuten rijden van het internationale vliegveld.
Negombo ligt tussen een grote lagune en de zee en is omzoomd door lange stranden.
Het is dus de ideale plek om je reis door Sri Lanka te beginnen of te eindigen.
Naast het toerisme is de visvangst een belangrijke bron van inkomsten voor de inwoners van Negombo, iedere ochtend is het een drukte van belang op de vismarkt.
De Nederlanders hebben in de 17e en 18e eeuw een lang kanaal van Negombo naar Puttalam aangelegd, dat gebruikt werd voor het vervoer van specerijen.
Nu wordt de waterweg sporadisch nog gebruikt voor lokaal vervoer.

De volgende dag stond een stadstour door Colombo gepland.
Colombo telt 600.000 inwoners en ligt aan de westkust van het eiland.
Het is geen mooie stad, maar als men haar beter leert kennen, zeker de moeite waard. Colombo is in het verleden meermaals in het nieuws geweest met zware bomaanslagen. Veelal waren zakencentra, militaire posten en bijeenkomsten van politieke partijen doelwit van de Tamils.
De oorsprong van de stad ligt in de vroege 16de eeuw, toen in 1505 de Portugezen in Colombo aanmeerden.
Ze lieten er een fort oprichten en brachten een handelsnederzetting tot bloei.
Toen in de 17e eeuw, na een beleg van vijf maanden, de Nederlanders de Portugezen hadden verdreven, voerden ze een waar versterkingsoffensief en ontwikkelden ze nieuwe activiteiten in de stad.
Een eeuw later werd de stad zonder slag of stoot overgeleverd aan de Britten.
Enkele schaarse monumenten, een museum, een park, en een aantal cultusplaatsen zijn de laatste getuigen van dit glorieuze verleden.
In de avond hebben we een schitterende safari per boot door de dichtbegroeide lagune van Ranwelli gemaakt.
Midden in de jungle hebben lokale vissers een barbeque voor ons bereid, sfeervol met fakkels en muziek.



Een beetje dollen met een olifant

De volgende dag voor de verandering weer eens vroeg op om naar Sigiriya af te reizen, onderweg werd Pinnawela aangedaan voor een bezoek aan het olifantenweeshuis.
In deze crèche worden olifanten opgevangen, die uit hun natuurlijke omgeving geraakt
zijn.
Een aantal van hen zal belanden in een buitenlandse dierentuin, omdat ze vaak niet meer kunnen wennen aan een leven in het wild.
Tegen de eind van de middag komen we aan in Sigiriya waar we de volgende dag een rots zullen beklimmen.

Volgens sommigen is een bezoek aan Sigiriya, met zijn reusachtige monolithische
rots midden in een droge savannevlakte, het hoogtepunt van een reis naar Sri Lanka.
De steile rots van Sigiriya torent zeker 175 meter boven het omringende landschap uit.
Sigiriya is bekend vanwege deze rots met bovenop de overblijfselen van een paleis, enkele fresco's, en de leeuwenpoten aan welke de rots zijn naam dankt: Leeuwenrots.
De tocht naar de fresco's is voor iedereen goed te doen, via paden en een wenteltrap.
Deze fresco's van de zogeheten "wolkenmeisjes" die dateren uit de 5e eeuw, zijn de enige niet-religieuze oude schilderingen die er in Sri Lanka zijn.
Vroeger waren er ruim 500 schilderingen, nu zijn er slechts 22 over.
Hierna is er de mogelijkheid om weer naar beneden te gaan, wat ik gedaan heb, of om verder te klimmen naar de leeuwenpoten.
Volgens de doorzettrs zijn deze erg indrukwekkend om te zien en maakten vroeger deel uit van een groot beeld van een leeuw waarbij de trap de bek van de leeuw in liep.
Deze trap is het begin van de klim naar het oude paleis op de top.
Bovenop de rots, een stuk van 1,6 hectare groot, zijn de overblijfselen van het paleis, de troon en een vijver te zien.
Ook heb je een schitterend uitzicht op de jungle.
Na de klim van dit puistje was het even lekker uitrusten, met een biertje, bij het zwembad van het hotel om tegen de avond een jeepsafari langs het meer van Minneriya te gaan maken.
Tijdens deze jeepsafari kwamen we vele mooie bomen tegen, onze chauffeur vond het nodig om zijn auto te parkeren achter deze bomen zodat we de olifanten, waterbuffels en wat meer, niet konden zien, lachen was het wel, zei je tegen de chauffeur stop dan reed hij door en zei je rij maar door dan stopte hij achter een schitterende boom.

Goh, weer eens vroeg op om naar Kandy te rijden, met stops in Dambulla en Matale.
De beroemde grottempel van Dambulla ligt op 12 km ten zuiden van Sigiriya.
In de eerste eeuw voor Christus verbleef koning Valagambahu tijdens een 14-jarige verbanning in de grotten van Dambulla.
Hij doodde zijn tijd met de aanleg van een schitterende rotstempel.
In latere eeuwen werd de tempel meermaals gerestaureerd en overgeschilderd en in 1991 werd hij op de wereldmonumentenlijst geplaatst.
In totaal zijn er vijf heilige ruimtes op ca. 125 meter hoogte, een behoorlijke klim dus.
In de eerste grot ligt een ruim 15 meter lange uit de rots gehouwen boeddha.
De tweede grot is de grootste en meest indrukwekkende.
Hier bevinden zich 150 levensgrote beelden van goden, waaronder beelden van Hinduïstische goden als Vishnu en Ganesha.
Het plafond is versierd met fresco's die gebeurtenissen in het leven van boeddha uitbeelden en belangrijke fragmenten uit de geschiedenis van de Singalezen.

Het op 488 meter hoogte gelegen Kandy is een van de belangrijkste toeristische trekpleisters van het eiland.
Het was de laatste hoofdstad van de Singalese koningen van de 16de tot de 19de eeuw en is tot op de dag van vandaag nog het culturele en geestelijke centrum van het eiland.
Kandy telt ruim 100.000 inwoners, en is gebouwd op de berghellingen rond een kunstmatig meer.
De topattractie van Kandy is de Dalada Maligawa (Tempel van de Tand) waar Sri Lanka's belangrijkste religieuze relikwie wordt bewaard: de Heilige Tand van Boeddha.
De linkerbovenhoektand werd na de crematie in 480 voor Christus uit de as van Boeddha gevist.
In 313 smokkelde een Zuidindiase prinses de tand in haar haar naar Sri Lanka, nadat het Boeddhistische rijk van haar vader door Hindoes was veroverd.
De bevolking gelooft dat de bezitter van de tand de rechtmatige heerser over Sri Lanka is. Je kunt de tand zelf niet zien, want hij zit opgeborgen in 7 gouden kistjes van opeenvolgende grootte.
Drie maal daags wordt de buitenste van de zeven kisten aan pelgrims en toeristen
getoond.
Tijdens het jaarlijkse Esalafeest wordt de relikwie op een olifant door Kandy gedragen.
De veiligheidsmaatregelen rond dit heiligdom der heiligdommen zijn na een zware bomaanslag een aantal jaar geleden bijzonder uitgebreid.
Hoewel de kans op een bomaanslag tegenwoordig gering is wordt iedereen uitvoerig gefouilleerd.

Niet weer....., toch wel, lekker vroeg op om van Kandy naar Bandarawela te rijden.
Onderweg rij je dwars door de vele theeplantages, natuurlijk mag een bezoekje aan een theefabriek niet ontbreken.

De laatste dag rondreizen is van Bandarawela naar ons strandverblijf in Koggala.
Onderweg diverse bezienswaardigheden aan getroffen zoals wat rijstvelden, watervallen, en een drankhandel.
Na de zwaar opgedrongen verplichte bezoek aan deze drankhandel heb ik niet veel meer mee gekregen van het verloop van de reis, maar ineens waren we in het Koggala Beach Hotel.
Onze laatste week van de vakantie verblijven we in dit 6z hotel (zon, zand, zee, zwemmen, zitten, en zuipen).
Veel wil ik niet kwijt over dit hotel er is genoeg leesvoer op het internet waarbij dit hotel centraal staat.
Wel wil ik nog even kwijt dat veel van het personeel zijn uiterste best doet en dat een aantal van de zgn. beachboys die buiten de hekken van het hotel staan je verblijf in Koggala kunnen veraangenamen.

Tot slot: die 2 weken zijn voorbij gevlogen en het is ondoenlijk om alle belevenissen hier neer te zetten, wat hier boven staat beschreven is maar een klein stukje van wat er allemaal is gepasseerd in die weken.
Verder wil ik iedereen bedanken die mijn verblijf in Sri Lanka tot een topvakantie hebben gemaakt.

 

update 05-2021