Dublin

Geschiedenis van Dublin in het kort:

Vikingen
Toen de Vikingen in de negende eeuw vanuit Noorwegen naar Ierland trokken, troffen zij hier twee nederzettingen.
De eerste was een versterkte handelsnederzetting 'Áth Cliath' (ford of the hurdles).
De tweede nederzetting was een klooster, dat zich bevond op de plaats waar de rivieren de Liffey en de Poddle samenkwamen: Dubh Linn (donkere poel).
De Vikingen veroverden deze laatste nederzetting in 837 en Dubh Linn werd een belangrijke handelspost voor de Noormannen.
In de tiende eeuw was Dublin een klein Vikings koninkrijk.
Wel werd er constant strijd gevoerd tussen de Vikingen en de inheemse Ierse bevolking.
De definitieve slag was de Slag bij Clontarf in 1014.
Hoewel de aanvoerder van de Ieren, Brian Boru, werd gedood, werden de Vikingen verslagen.

Normandiërs
De volgende golf veroveraars waren de Normandiërs.
In 1170 versloeg de Anglo-Normandische aanvoerder Strongbow de gezamenlijke Iers/Vikingse strijdmacht en maakte zichzelf koning van Leinster.
Zij waren echter niet de enigen die belangstelling toonden voor het groene eiland.
De Britse koning Henry II was inmiddels in 1154 al door de paus tot 'Lord of Ireland' benoemd.
Al met al werd Ierland dus geregeerd door de Britse koning met (niet altijd vrijwillige) medewerking van de Anglo-Normandiers.
Zij waren verantwoordelijk voor de bouw van o.a. Dublin Castle, Christ Church en St. Patricks Cathedral.

Engelse overheersing
In de late 15e-eeuw breidden de Engelsen hun gezag over Dublin uit, met name d.m.v. de steun van een aantal sterke Ierse hertogen zoals de Fitzgeralds en de Butlers.
Aan deze samenwerking kwam in 1534 een einde toen Henry III besloot dat hij alleen wilde regeren. Ondertussen was Henry III ook in conflict met de paus, met als gevolg dat hij zich afkeerde van het Katholieke geloof.
In zijn aanval op de rijkdom van de Ierse Katholieke Kerk moesten vele kloosters het ontgelden.
In 1541 werd Henry uitgeroepen tot 'King of Ireland'.
Elizabeth I verstevigde de Engelse positie in Ierland, o.a. om de vijanden van Engeland geen kans te geven Ierland als uitvalbasis te gebruiken.
Dublin werd grotendeels verwoest in de Engelse Burgeroorlog, maar werd o.l.v. de Duke of Ormond snel herbouwd.

Willem van Oranje en het protestantisme
In 1685 kwam de Katholieke James III op de troon.
De Engelse protestanten lieten echter niet over zich heenlopen en nodigden de protestantse Willem van Oranje uit om hun land te regeren.
In 1692 versloeg Willem de coalitie van James III en de Ierse Katholieken.
Hij vaardigde daarop een aantal wetten uit die het Katholieken verboden publieke functies te houden, te stemmen of land te kopen.

Achttiende eeuw: Georgiaanse hoogtijdagen
De 18e-eeuw was een eeuw van grote voorspoed voor Dublin, terwijl de rest van Ierland in grote armoede leefde.
De Wide Streets Commission ondernam rond 1750 stappen om de stad te transformeren in Europese stijl.
Zij wilden brede boulevards en parken omzoomd door bomen.
In deze tijd ontstonden o.a. de Four Courts, het Custom House en iets later Merrion Square, Fitzwilliam Square en St. Stephen's Green.
Met deze Gregoriaanse stijl brak Dublin definitief met de Middeleeuwse periode.

De 'Act of Union'
Ondertussen ging de Ierse onafhankelijkheidsstrijd door.
In 1782 volgde de Declarations of Rights en niet lang daarna ontstond een organisatie die bekend werd onder de naam 'United Irishman'.
Het grootste ideaal dat zij hadden was de Britse macht in Ierland te verminderen.
De Britten tolereerden dit echter niet en de beweging moest al snel ondergronds gaan.
In 1801 volgde de Act of Union waarbij het Ierse Parliament werd ontbonden en Dublin nu direct vanuit London geregeerd werd.
De situatie in Dublin verslechterde met de dag.
Met een bevolking die voor 70 procent uit Katholieken bestond, ontstond een sterke drang naar Katholieke emancipatie.
In 1829 werd Daniel O'Connell het eerste katholieke 'Member of Parliament'.
Tegen de Union kon hij echter weinig uitrichten.

De grote Hongersnood en Home Rule
Halverwege de negentiende eeuw vond een van de grootste drama's uit de Ierse geschiedenis plaats.
De grote hongersnood van 1845 kostte aan circa 1.5 miljoen mensen het leven en zorgde ervoor dat nog eens 1.5 miljoen Ieren naar Amerika emigreerden.
De sloppen van Dublin barstten uit hun voegen.
De slechte omstandigheden zorgden voor een toename van de vijandigheid tegen de Britten, die hiertegen echter weinig konden uitrichten.
Vanaf het einde van de negentiende eeuw werd de roep om onafhankelijkheid groter.

De Paasopstand
Tijdens de Eerste Wereldoorlog vochten de Ieren aan de zijde van de Britten en hoopten hiervoor enig zelfbestuur terug te krijgen.
Deze hoop bleek echter tevergeefs.
Een aantal Revolutionairen besloot het heft in eigen handen te nemen.
Dit leidde in 1916 tot de beroemde Paasopstand.
Op 24 april 1916 werd vanaf het General Post Office de Republiek uitgeroepen.
Helaas bleek dit slecht van korte duur.
De leiders van de opstand werden gevangen genomen en geëxecuteerd.
Deze harteloze actie zorgde er echter wel voor dat de bevolking van Dublin, die in eerste instantie niet achter deze opstand stond, zich nu definitief achter de Revolutionairen schaarden.
De Republikeinen kwamen samen in hun eigen Parlement dat zij de Dail Eireann noemden.
In 1918 riep de Dail o.l.v. Eamon de Valera de onafhankelijkheid uit.
Dit werd niet zonder slag of stoot geaccepteerd en vanaf 1919 woedde de bloedige onafhankelijkheidsoorlog, die in 1921 met een wapenstilstand werd beslecht.

Irish Free State
Op 6 december 1921 werd de Irish Free State uitgeroepen, hoewel de situatie verre van ideaal was.
Het vredesverdrag gaf namelijk wel onafhankelijkheid aan de 26 zuidelijke counties van Ierland, maar de 6 noordelijke protestantse counties bleven afhankelijk van Groot-Brittannië.
Dit kwam neer op een deling van noord en zuid Ierland.
Toch werd het verdrag getekend en Eamon de Valera werd de eerste president.
Alles leek nu in orde te komen, maar onderlinge spanningen in de Ierse Republikeinse Partij gooiden roet in het eten.
Michael Collins in 1922 werd vermoord en Eamon de Valera vormde een nieuwe partij de Fianna Fail.

Eamon de Valera
In 1932 behaalde de partij een grote overwinning bij de verkiezingen.
De Valera begon met een economische politiek van isolationisme.
In 1959 werd hij opgevolgd door Sean Lemass die een meer expansionistische politiek volgde.
In 1972 werd Ierland lid van de Europese Economische Gemeenschap.
De voorspoedige jaren 70 werden echter gevolg door een terugslag in de jaren 80 waarin criminaliteit, werkeloosheid en drugs grote problemen veroorzaakten.

Celtic Tiger
Vanaf de jaren 90 ging het gelukkig bergopwaarts met Ierland en de Ierse economie is nu een van de sterkste van Europa. Ierland, ook wel Celtic Tiger genoemd, wordt vergeleken met de sterk groeiende economieën van Zuid-Azie.
Een van de gevolgen van de economische opleving was de 'culturele renaissance' die Dublin beleefde.
De verbouwing van het Temple Bar District is hier een goed voorbeeld van.
Deze wijk was een aantal jaren geleden niet meer dan een verzameling van vervallen huizen en straatjes en tegenwoordig het metropolische hart van Dublin.

Bezienswaardigheden:



Kilmainham Jail

Kilmainham Jail
Is de verblijfplaats geweest van veel bekende figuren in de geschiedenis van Ierland.
Het staat symbool voor de politieke onderdrukking en martelaarschap.
Kilmainham werd gebouwd in 1796 en werd aangepast aan de eisen van de Britse hervormer John Howard. Howard pleitte o.a. voor scheiding van de gevangen, aangezien dit volgens hem (criminele) samenscholing voorkwam en de gevangenen aanmoedigde in eenzaamheid hun zonden te overdenken.
Al gauw bleek echter dat de toestanden in de nieuwe gevangenis niet echt verbeterd waren.
Met name rond de periode van de Grote Hongersnood (1845-1847), toen de gevangenis overliep van de kleine criminelen, waren de toestanden schrikbarend.
Er zat geen glas in de ramen en de gevangen kregen slechts een uur kaarslicht per avond.
Een van de zwartste periode in de geschiedenis van de gevangenis was het jaar 1916 toen hier 14 leiders van de Paasopstand werden geëxecuteerd.
Ook Michael Collins heeft hier gevangen gezeten en een van de laatste gevangenen die vrijkwam in 1924 was Eamon de Valera, die later werd gekozen tot president.

General Post office
O Connell Street wordt gedomineerd door het enorme postkantoor dat werd gebouwd door Francis Johnston in 1815-1818.
De 3 stenen figuren van de hand van Edward Smyth boven de ingang representeren Mercury, Hibernia en Fidelity.
Het postkantoor was de belangrijkste vesting van de "Irish Volunteers" tijdens de Paasopstand in 1916. Vandaag de dag kan men nog steeds de kogelgaten zien in de pilaren van het gebouw.
Nadat het gebouw door granaten was geraakt, vloog het in brand.
Vervolgens moest iedereen uit het pand vluchten waarna ze zich overgaven aan de Britten.
Pearse, Connolly en 14 anderen leiders van de opstand werden geëxecuteerd in Kilmainham Gaol.
In 1929 werd het postkantoor weer geopend en vandaag de dag functioneert het nog steeds als het hoofdpostkantoor van de stad Dublin.

Trinity College Dublin
Trinity College is de oudste universiteit van Ierland.
De universiteit is in 1592 opgericht door Queen Elizabeth I en bestond in 1992 400 jaar. 
Het universiteitsterrein kent een totale oppervlakte van maar liefst 40 hectare.
Trinity College staat bekend om de grote schatten die aan de universiteit zijn toevertrouwd.
De bekendste schatten zijn het "Book of Kells", een 9de eeuws manuscript, de boeken van Durrow en Armagh en een zeer oude Ierse harp.
Deze schatten staan tentoongesteld in "The Colonnades" expositie galerie en in de "Long Room".
In deze kamer is de bibliotheek van het Trinity College gevestigd en hier staan meer dan 200.000 zeer oude boeken.
Het "Book of Kells" werd geschreven door een monnik van de abdij van Iona, die behoorde tot dezelfde gemeenschap als Lindisfarne, net voordat hun abdij door de Vikingen werd geplunderd in 807.
In het Trinity College in Dublin liggen de drie delen van the Book of Kells.
Elke dag wordt er een bladzijde van één van de boeken omgeslagen.

O'Connell Bridge
De O'Connell Bridge werd gebouwd in 1790 en had als doel om het noorden en zuiden van de stad te verbinden.
De oorspronkelijke naam van de brug was Carlisle Bridge.
De brug werd vaak gebruikt en moest daarom worden verbreed, in 1880 gebeurde dit en vandaag de dag is de brug beroemd vanwege het feit dat brug dezelfde lengte en breedte heeft.

Ha'penny Bridge
De Ha'penny Bridge is een elegante voetgangersbrug die Liffey overspant tussen Merchants Arch en Liffey Street.
De brug is gebouwd in 1816 en het was één van de eerste gietijzeren constructie in Dublin en heette oorspronkelijk Wellington Bridge.
De officiële naam van de burg is Liffey Bridge maar de brug wordt door iedereen de Ha'penny bridge genoemd.
Dit komt voort uit het feit dat de brug een tolbrug was.
Vandaag de dag hoeft men geen tol meer te betalen om deze schitterende brug over te steken.

Dublin Castle
Dublin Castle vormt het hart van het historische gedeelte van Dublin.
Het kasteel staat op een strategische plek bij de kruising van de rivier Liffey en de zijrivier de Poddle.
Dublin Castle werd gebouwd in de 13de eeuw door de Anglo-Normandiërs.
Van die periode getuigt enkel nog de crypte waar nog delen van het Normandische kasteel en de oorspronkelijke Vikingwallen zichtbaar zijn.
Daar bevindt zich ook de donkere poel (in het Iers 'dubh linn') waar de stad z'n naam heeft aan ontleend.
In 1684 werd het middeleeuwse kasteel volledig door brand verwoest.
Toen de Engelsen er hun intrek wilden nemen, vervingen ze de ruïnes door een paleis in Franse stijl, dat zich qua interieur probeerde te spiegelen aan Versailles.
Dublin Castle was eeuwenlang het kwartier van de Engelse onderkoning en fungeerde dus lange tijd als belichaming van de Britse overheersing.
In 1922 werd het kasteel overgedragen aan de Ierse Vrijstaat.
Sindsdien is het een overheidsgebouw en de officiële werkplaats van de Ierse president(e).

Phoenix Park
Het Phoenix Park is het grootste park van Europa.
Het park heeft een totale oppervlakte van maar liefst 712 hectare.
Het park is geopend in 1747 en in het park is ook het onderkomen gevestigd van de Ierse president en de ambassadeur van Amerika.
Het park ligt 3 km ten westen van het stadscentrum en wordt doorkruist door vele wegen, wandelpaden en natuurpaden.
Bezienswaardigheden in het park zijn de Phoenix kolom, opgericht in 1747 naast de natuurlijke bron waar het park haar naam aan ontleent en het Wellington monument.
Dit is een 65,5 meter hoge obelisk en er wordt gezegd dat dit de hoogste obelisk in de wereld is.
Een andere bezienswaardigheid is de 27 meter hoge, roestvrijstalen Papal Cross (Pauselijke kruis), op de plaats waar Johannes Paulus II op 29 september 1979 de mis opdroeg.

Christ Church Cathedral
De kathedraal werd in 1038 opgericht door Sitric, de koning van de Dublin Norsemen.
De kerk was een cadeau voor de eerste bisschop van Dublin, Dunan.
Na de komst van de Noormannen naar Ierland in 1169 werd de kerk door Richard de Clare opgetrokken in steen.
Richard de Clare, graaf van Pembroke, stond ook bekend onder de naam Strongbow.
In de kathedraal bevindt zich ook een crypte welke dateert uit 1172.

Temple Bar
Temple Bar is de culturele wijk van Dublin.
De wijk werd gerealiseerd in de 19de eeuw.
De wijk kent vele nauwe straten en steegjes, met honderden pub's, die in de buurt van de rivier de Liffey liggen.
De straten en steegjes zijn voornamelijk bestemd voor voetgangers.
Auto's zie je er dus bijna niet en daardoor kan je heerlijk stoppen en elke etalage goed bekijken.
De wijk is gelegen in het hartje van de stad en is zodoende ook nog eens goed bereikbaar.
In de wijk wonen en werken vooral veel kunstenaars, ontwerpers en jonge ondernemers die vele creatieve ideeën hebben omgezet tot werkelijkheid.

Daar ben ik dus blijven hangen, in de wijk Temple Bar, weet daarom ook nix meer te vertellen over Dublin, allemaal verdwenen uit me geheugen na een bezoekje van deze wijk.